dinsdag 11 november 2008

Piet Roovers



Deze monotype uit ca. 1960 toont de invloed van de lyrisch abstracte kunst op het werk van Roovers. De kunstenaar probeert hierbij enkel vanuit gevoel en expressie zijn werk vorm te geven. Spontaniteit, onderbewustzijn, improvisatie en zelfs toeval spelen allen een belangrijke rol. Echter, zonder nonchalant of gemakzuchtig te worden. Oosterse kalligrafen dienden in deze periode menig westers kunstenaar tot inspiratie. Met hun in diepzwarte inkt gedoopte penselen creeërden zij in enkele seconden een werk. Maar was dit niet het resultaat van langdurige geestelijke voorbereiding en discipline? De eigenwijze en anti-autoritaire Piet Roovers (Rotterdam 1926-Rotterdam 1997) kreeg zijn artistieke opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam, maar ontvluchtte de stad in de oorlog. Hij vond onderdak in Volendam, ‘(...)in een hotel van een alcoholiste, dat gerund werd door twee pittige wijffies’. Daar verdiende hij zijn verblijf met schilderen en tekenen. Na terugkomst in Rotterdam legde hij zich toe op de grafische kunsten, in het bijzonder het lithograferen. Bekend zijn de gekleurde drukken met kleine figuurtjes die soms doen denken aan het werk van Miró, vervaardigd eind jaren '40 en begin jaren '50. Rond 1960 hield hij het lithograferen echter goeddeels voor gezien. Wel maakte hij sindsdien monotypes (unica), hierbij gebruikmakend van verschillende technieken (en materialen).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten